Reclame maken wordt steeds groter. Er zijn talloze manieren om men over te halen om jouw product of dienst te kopen of gebruiken. Iedere reclameboodschap kan invloed uitoefenen, maar er wordt wel degelijk onderscheid gemaakt in wat voor soort invloed er uitgeoefend moet worden. Hieronder staat een rijtje met de zes meest voorkomende beïnvloedingstechnieken:
- Priming; het activeren van kennis over een bepaalde dienst/ product. Hiermee laat je de persoon de dienst of het product sneller herkennen en deze snellere herkenning zorgt vaak voor positievere gevoelens dan een onbekend product/ dienst.
Priming kan ook subliminaal, oftewel onbewust. Pepsi zou dit hebben gedaan door een onder de grens van het bewustzijn waar te nemen korte beeld van een flesje cola in een film in een bioscoop te laten zien. Volgens onderzoek zouden erg veel bezoekers hierdoor de cola kopen. Onderzoek wat daarop volgde kwam totaal niet tot dezelfde conclusie en uiteindelijk bleek dat de getallen grotendeels verzonnen waren.
Toch kan subliminale priming wel degelijk werken. Uit ander onderzoek bleek dat proefpersonen wel onbewust aangestuurd kunnen worden, maar dan moet de primaire behoefte er wel zijn. Zo kon het beeld van Pepsi wel werken bij personen die al dorst hadden.
Het mere-exposure effect lijkt heel erg op priming, maar is toch echt iets anders. Het mere-exposure effect is namelijk het sneller herkennen van producten of diensten doordat men beelden van het product of de dienst al vaker heeft gezien. Dit kan ook tot positieve gevoelens tegenover het product leiden. - Conditionering; een positieve of negatieve associatie krijgen bij een bepaald product/ bepaalde dienst.
Het koppelen van algemene positieve dingen, zoals mooi weer of bijvoorbeeld chocola, aan je product of dienst kan ervoor zorgen dat de positiviteit overslaat op het product of de dienst. - Principe van wederkerigheid; men is geneigd om iets terug te doen, wanneer ze iets krijgen.
Wanneer bijvoorbeeld korting, een sample of een tijdschrift wordt gegeven, is men meer geneigd om het product of de dienst te kopen als sociale verplichting. - Autoriteit/ aantrekkelijkheid gebruiken; het gebruik van een autoritair figuur kan ervoor zorgen dat men het product sneller koopt.
Denk hier bijvoorbeeld aan George Clooney en Nespresso. George is een aantrekkelijke en redelijk autoritair figuur. Doordat hij het product prijst, koppelt men zijn positieve imago sneller aan het product. - Consensus; men is geneigd om te doen wat de rest doet.
Door kleine zinnetjes als 40 mensen gingen u voor of 700 mensen hebben deze video al bekeken, kunt u de motivatie om het product of de video te bekijken al verhogen. - Schaarste; wanneer iets er bijna niet meer is wordt het veel aantrekkelijker. Hier maken bedrijven vaak gebruik van. Alleen al de acties die maar een week lopen of de op=op strategie vallen hieronder.
Deze strategieën worden vaak gebruikt door grote en kleine bedrijven. Grote internationale bedrijven hebben vaak een eigen afdeling waar er communicatiespecialisten zitten en kleine bedrijven krijgen vaak hulp van externe bedrijven, bijvoorbeeld van reclame- of communicatiebureaus. Deze bureaus zijn deskundig op het gebied van verschillende marketingstrategieën en zijn bekend met de nieuwste ontwikkelingen, waardoor ze op een effectieve manier kunnen helpen op het gebied van marketing.